Biografie
Op 21 augustus 1970 zag Erik het levenslicht.
Op 21 augustus 1970 zag Erik het levenslicht. Erik was een zondagskind en kijkt met veel plezier terug op zijn jeugd. Wielrennen speelde daar al snel een belangrijke rol in. Op 8-jarige leeftijd reed Erik zijn eerste wielerwedstrijd op zijn thuisbaan in Hoogeveen. Gestimuleerd door zijn oudere broers, Gerard en Dick en Zus Marja genoot Erik ieder weekend van de wedstrijden. Als lid van de Peddelaars in Hoogeveen reed Erik aardig wat prijzen bijeen in de categorie “jeugd”. Toen Erik Nieuweling werd, stond de teller op 105 overwinningen.
Bij de nieuwelingen viel Erik dermate op dat hij in de Nationale Junioren selectie van Piet Kuys opgenomen werd. Als 16 jarig jongetje behaalde Erik zilver op het WK Junioren in Bergamo, Italië.
In de jaren daarna ontwikkelde Erik zich enorm, kwam in de Nationale Amateurselectie terecht, reed veel in het buitenland en was succesvol. In 1992 moest het gebeuren. Als vierdejaars amateur werd het tijd om een plekje af te dwingen in het profpeloton. Dat was niet tegen geen dovemans oren gezegd. Met internationale etappezeges en zelfs eindwinst in de Ronde van Baskenland voor Amateurs, stond Erik aan de start van de Olympische Spelen van 1992 in Barcelona. Een droom kwam uit: met de handen in de lucht over de finish. ZILVER! Super blij en klaar voor de grote stap. Kort na de Olympische Spelen klopte Jan Raas aan en Erik tekende een contract voor 3 jaar en 3 maanden. Eind september reedt Erik zijn eerste profwedstrijd. Als een trotse pauw reed Erik in de kleuren van Buckler zijn eerste kilometers.
Zijn hele carrière reed Erik bij dezelfde ploeg, die echter wel een aantal verschillende sponsoren kende: Wordperfect-Novell software en Rabobank.
In de jaren daarna, kwam Erik tot de ontdekking dat hij zichzelf opnieuw moest uitvinden in het Profpeloton. Ieder jaar won Erik zijn koersen, maar in de Tour de France en klassiekers, kwam Erik er niet aan te pas.
Een belangrijk moment was dat Erik zich, vanaf 1996, ging focussen op de klassiekers. Iets wat hij in het begin van zijn carrière niet deed. Immers, bij de amateurs waren de meerdaagse wedstrijden zijn specialiteit. Ook het tijdrijden kreeg meer aandacht. In 1997 monde dat uit in tijdrit winst in de Ronde van Nederland. Daar versloeg hij Jan Ullrich. Ook het eindklassement kwam op Erik’s naam. Nadien volgde nog 2 keer eindwinst, maar ook 2 keer een tweede plek in deze thuis ronde.
Ondertussen steeg Erik gestaag op de wereldranglijst. Begin 2000 stond Erik dan ook 25e. Een mooie plek, maar topresultaten waren er nog niet. In dat voorjaar brak Erik zijn elle boog. Een dikke streep door het klassieke voorjaar. Uiteindelijk kon Erik met hangen en wurgen naar de Giro d ’Italia. In die week groeide Erik uit van de slechtste renner van het peloton, naar een renner die met een hele stevige conditie In Milaan arriveerde.
Wat er de rest van het jaar volgde, was ongelooflijk. Onder andere 3 etappes in de Tour, Strijdlustigste renner van de Tour de France, Classica San Sebastian, Nederlands kampioen Tijdrijden, Proloog en eindwinst Ronde van Nederland.
2001 werd nog mooier. Het jaar begon goed met eindwinst in de Ruta del Sol. Het klassieke voorjaar begon met een 2e plek in de Driedaagse van De Panne, gevolgd door een 2e plek in Vlaanderen’s Mooiste: De Ronde van Vlaanderen. Een paar mm kwam Erik te kort, maar deze wedstrijd had Erik moeten winnen als je ziet hoeveel harder hij sprintte dan de rest. Een dure les, maar dit was de laatste stap voor Erik om te beseffen waar hij tot toe in staat was. In de Amstel Gold Race startte Erik als kopman, reed een gat van 45 seconden dicht naar Armstrong en klopte de Amerikaan op de streep. Als gevolg daarvan mocht Erik de Wereldbeker trui aan trekken. DAT werd het doel voor dit seizoen. De Tour die volgde stond in het teken van voorbereiding op de 5 resterende klassiekers die meetelden voor de Wereldbeker. Vrijwel alle dagen finishte Erik Achter het peloton. Op twee dagen na. De eerste keer was al op de derde dag. 10e maar vooral loodste hij Marc Wauters naar de etappewinst en de eerste Gele Trui voor de Rabobank Wielerploeg.
Zes dagen later waren de rollen omgekeerd en hielp Wauters Erik aan een etappeoverwinning. Een bijzondere dag waarbij het peloton een achterstand had van 35 minuten en 54 seconden. Daarmee was het peloton buiten de tijdslimiet gefinisht. Natuurlijk greep de jury in en ging het complete peloton weer verder.
Na de Tour volgde de Classica San Sebastian(9e), Hamburg Classic (3e), Kampioenschap van Zurich (5e) en Parijs-Tours (13e). In de Ronde van Lombardije werd Erik 13e en volgde de beloning: Eindwinst Wereldbeker 2001. Tevens miste Erik op een haar na, het podium op het WK. 4e.
In de daaropvolgende winter begon Erik te dromen van de nummer een positie op de Wereldranglijst. Na het winnen van de Tireno-Adriatico kwam dit doel heel dichtbij. In Milaan-San Remo moest het gebeuren. Helaas brak Erik zijn heup, maar hoorde in het ziekenhuis dat hij toch nummer een van de Wereld was geworden! Helaas heeft Erik nooit nummer een gestaan, maar wel 2 weken nummer 1 gelegen…
Het breken van je heup op het moment dat je het hoogste niveau ooit hebt gehaald is erg onhandig. Na een pittige revalidatie reed Erik de Tour en werd zelfs in de 8e rit derde en had een groot aandeel aan de etappezege van Karsten Kroon.
2006 zou het laatste jaar worden als wielrenner. Net voor de start van de Tour wist hij nog een tijdrit ter winnen, maar op 4 juli ging het mis, op weg naar Valkenburg, waar de finish van de 4e etappe zou zijn op de Cauberg. Even werd er gevreesd voor het ergste, maar het “viel mee”. Enorm veel schade in het aangezicht, 8 tanden en kiezen eruit en veel schaafwonden. Het bleek zijn laatste wedstrijd te zijn. De rest van het jaar vervulde hij alvast zijn toekomstige job: Ploegleider.
In 2004 behaalde Erik voor de eerste keer in zijn carrière de Nationale wegtitel. In die Rood-wit-blauwe trui behaald Erik misschien wel zijn meest bijzondere overwinning: Parijs-Tours. Erik beschreef deze overwinning als volgt: “Toen ik de herhaling aan het kijken was, heb ik ook steeds gedacht dat het niet zou lukken”.
9 jaar is Erik ploegleider geweest. Direct in het eerste jaar ging Erik mee als 2e ploegleider naar de Tour de France. Dat was het jaar dat Rasmussen op het punt stond de Tour te winnen, maar in extremis de Tour werd uitgezet doorzijn eigen ploeg. Een heftige en leerzame periode.
Eind 2015 scheidde de wegen van Erik en de Lotto-Jumbo ploeg. In 2021 en 2022 was er toch nog een Dekker die bij Jumbo-Visma reed. David, de zoon van Erik, maakte in 2021 zijn debuut bij de profs. Kelvin, de andere zoon, heeft zijn weg helemaal gevonden in het coach/ploegleider zijn in het vrouwenpeloton.
In 2016 startte Erik zijn eigen bedrijf: ErikDekker.nl. Zijn ervaring delen met mensen die het willen horen, dat is misschien wel de essentie van zijn werkzaamheden.